Responsive image

Artikel 6 De rapporterende ondernemingen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 6 De rapporterende ondernemingen

1. De lidstaten verplichten ondernemingen die voldoen aan de volgende criteria te rapporteren aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig artikel 7:

a) meer dan 75 % van de inkomsten van de onderneming in de twee voorgaande belastingjaren zijn relevante opbrengsten;

b) de onderneming verricht grensoverschrijdende activiteiten om een van de volgende redenen:

i) meer dan 60 % van de boekwaarde van de activa van de onderneming die onder artikel 4, punten e) en f), vallen, bevond zich de twee voorafgaande belastingjaren buiten de lidstaat van de onderneming;

ii) ten minste 60 % van de relevante opbrengsten van de onderneming wordt verworven of uitbetaald via grensoverschrijdende transacties;

c) in de twee voorgaande belastingjaren heeft de onderneming het beheer van de dagelijkse activiteiten en de besluitvorming over belangrijke functies uitbesteed.

Een onderneming die activa aanhoudt die opbrengsten genereren die onder artikel 4, punten e) en f), vallen, wordt ook vermoed aan het criterium in punt a) van de eerste alinea te voldoen, ongeacht of deze activa in de twee voorgaande belastingjaren opbrengsten voor de onderneming hebben gegenereerd, als de boekwaarde van deze activa meer dan 75 % van de totale boekwaarde van de activa van de onderneming bedraagt.

Een onderneming die activa aanhoudt die opbrengsten genereren die onder artikel 4, punt c), vallen, wordt ook vermoed aan het criterium in punt a) van de eerste alinea te voldoen, ongeacht of deze activa in de twee voorgaande belastingjaren opbrengsten voor de onderneming hebben gegenereerd, als de boekwaarde van deze activa meer dan 75 % van de totale boekwaarde van de activa van de onderneming bedraagt.

2. In afwijking van lid 1 zorgen de lidstaten ervoor dat de vereisten van artikel 7 niet gelden voor de ondernemingen die tot een van de volgende categorieën behoren:

a) ondernemingen met een effect dat tot de handel toegelaten is of genoteerd is op een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit als omschreven in Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad 21 ;

b) gereglementeerde financiële ondernemingen;

c) ondernemingen met als hoofdactiviteit het houden van aandelen in operationele activiteiten in dezelfde lidstaat, terwijl hun uiteindelijke begunstigden ook fiscaal inwoner van dezelfde lidstaat zijn;

d) ondernemingen met holdingactiviteiten die fiscaal inwoner zijn van dezelfde lidstaat als de aandeelhouder(s) of de uiteindelijke moederentiteit, als omschreven in afdeling I, punt 7, van bijlage III bij Richtlijn 2011/16/EU;

e) ondernemingen met ten minste vijf fulltime-equivalenten aan werknemers of personeelsleden die uitsluitend de activiteiten verrichten die de relevante opbrengsten genereren;

Punt b) van de eerste alinea is van toepassing op de volgende “gereglementeerde financiële ondernemingen”:

a) een kredietinstelling als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad 22 ;

b) een beleggingsonderneming als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad 23 ;

c) een beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerder) als omschreven in artikel 4, lid 1, punt b), van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (2), met inbegrip van een beheerder van EuVECA in de zin van Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad 24 , een beheerder van EuSEF in de zin van Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad 25 , en een beheerder van Eltif in de zin van Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad 26 ;

d) een beheersmaatschappij voor een instelling voor collectieve belegging in effecten (icbe) als omschreven in artikel 2, lid 1, punt b), van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad 27 ;

e) een verzekeringsonderneming als omschreven in artikel 13, punt 1, van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad 28 ;

f) een herverzekeringsonderneming als omschreven in artikel 13, punt 4, van Richtlijn 2009/138/EG;

g) een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening als omschreven in artikel 1, punt 6), van Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad 29 ;

h) pensioeninstellingen die pensioenregelingen uitvoeren welke worden beschouwd als socialezekerheidsregelingen die onder Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad 30 en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad 31 vallen, alsook elke juridische entiteit die is opgericht met het oog op de beleggingen van die regelingen;

i) een alternatieve beleggingsinstelling (abi) beheerd door een abi-beheerder als omschreven in artikel 4, lid 1, punt b), van Richtlijn 2011/61/EU of een abi die onder toezicht staat uit hoofde van het toepasselijke nationale recht;

j) een icbe in de zin van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG;

k) een centrale tegenpartij als omschreven in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad 32 ;

l) een centrale effectenbewaarinstelling als omschreven in artikel 2, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad 33 ;

m) een verzekerings- of herverzekerings-Special Purpose Vehicle waaraan overeenkomstig artikel 211 van Richtlijn 2009/138/EG vergunning is verleend;

n) een entiteit voor securitisatiedoeleinden als omschreven in artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) nr. 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad 34 ;

o) een verzekeringsholding als omschreven in artikel 212, lid 1, punt f), van Richtlijn 2009/138/EG of een gemengde financiële holding als omschreven in artikel 212, lid 1, punt h), van Richtlijn 2009/138/EG, die deel uitmaakt van een verzekeringsgroep die onderworpen is aan toezicht op het niveau van de groep overeenkomstig artikel 213 van die richtlijn en die niet is vrijgesteld van groepstoezicht overeenkomstig artikel 214, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG;

p) een betalingsinstelling als omschreven in artikel 1, lid 1, punt d), van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad 35 ;

q) een instelling voor elektronisch geld als omschreven in artikel 2, punt 1, van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad 36 ;

r) een crowdfundingdienstverlener als omschreven in artikel 2, lid 1, punt e), van Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad 37 ;

s) een aanbieders van cryptoactivadiensten als omschreven in artikel 3, lid 1, punt 8) van [het voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in cryptoactiva en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 38 ] bij het verrichten van een of meer cryptoactivadiensten als omschreven in artikel 3, lid 1, punt 9 van [het voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in cryptoactiva en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937].

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.